Alt-tekstZie alternatieve tekst
Alternatieve tekstEen dergelijke tekst is van belang voor bezoekers die de afbeeldingen niet zien, zoals blinden en zoek-spiders
Animated GIFReeks plaatjes in één GIF bestand die, achter elkaar afgespeeld, een animatie tonen. Zie GIF
ApacheDe meest gebruikte en gratis verspreide serversoftware. Apache draait op het Unix besturingssysteem, maar is ook verkrijgbaar voor Windows en Mac OS X. Apache is Open Source software
ASPAfkorting van Active Server Pages. Microsoft programmeertaal voor het dynamisch genereren van HTML pagina’s. ASP kan, net als PHP, tussen de HTML code in een document geschreven worden. Bij het opvragen van een pagina wordt deze code op de server uitgevoerd waarna het resultaat naar de webbrowser gestuurd wordt. ASP is geen open standaard
ASCIIAfkorting van American Standard Code for Information Interchange. Een tekenset van 128 tekens in een 7-bit codering. Vrijwel iedere computer kan bestanden lezen die opgesteld zijn in deze tekenset
AttribuutBouwsteen van een markup taal. Een attribuut wordt toegepast op de begin-tag van een element en bevat complementaire informatie voor het element. In de markup taal HTML zijn bepaalde attributen op sommige elementen verplicht te gebruiken
BookmarksWanneer de bezoeker van een website het adres van de website wil opslaan voor een later bezoek, plaatst de bezoeker deze in een bookmark in zijn webbrowser. Bookmarks worden in Microsoft browsers Favorieten (favorites) genoemd
BrowserZie webbrowser
Cascading Style SheetsClient-side technologie voor het specificeren van regels voor de vormgeving van websites. Vaak afgekort als CSS. CSS wordt door moderne webbrowsers ondersteund, maar is door gebruikers uit te schakelen of te overschrijven
CacheExtra, snel aanspreekbaar geheugen, bedoeld voor het opslaan van veelgebruikte informatie, waardoor deze sneller beschikbaar is. Webbrowsers hebben een cache-geheugen waarin ze webdocumenten (pagina’s, afbeeldingen, enzovoort) opslaan
Character encodingZie karaktercodering
CIRZie CSS Image Replacement
Client-side scriptClient-side script is de term voor programmaroutines die worden uitgevoerd aan de kant van de client: de webbrowser van de bezoeker. Voorbeelden van client-side scripttalen zijn ECMAScript, Netscape Communications’s JavaScript, Microsoft’s JScript en VBScript. Zie ook client-side
Client-sideAan de kant van de client: de webbrowser, zoek-spider of ander programma dat het document opvraagt. Client-side internettechnologie is voor webontwikkelaars van nature onvoorspelbaar, omdat gebruikers van webbrowsers deze technologie in het programma kunnen uitschakelen of omdat er geen ondersteuning voor is. Websites produceren die afhankelijk zijn van client-side technologie wordt over het algemeen als bad practice beschouwd. Voorbeelden van clients-side internettechnologiën zijn ECMAScript, JavaScript, JScript, VBScript, Java Applets, ActiveX, CSS en Cookies. In een bredere context kunnen ook afbeeldingen als optionele technologie worden gezien.De tegenhanger van client-side is server-side, technologie aan de kant van de webserver, waar de webontwikkelaar wel overzicht en controle over heeft
CMSZie Content Management System
CookiesTechnologie die een webserver in staat stelt om beperkte informatie op te slaan op de computer van een bezoeker. Deze informatie – een cookie – wordt bij ieder volgend verzoek van de browser aan de webserver door de server gelezen. Cookies worden gebruikt om de bezoeker van een site te identificeren. Ze kunnen informatie bevatten als datum en tijd van het bezoek, gebruikersnamen of door de bezoeker gekozen instellingen voor de betreffende website. Moderne webbrowsers bieden de gebruiker de mogelijkheid om ondersteuning voor cookies geheel of gedeelteijk uit te schakelen, vanwege bijvoorbeeld een behoefte aan privacy
ContentbeheerderDe persoon die de inhoud van een website beheert
Content Management SystemEen systeem voor het beheer van de inhoud van een website. Vaak afgekort tot CMS. Er zijn letterlijk honderden systemen verkrijgbaar van minstens evenveel aanbieders. Veel systemen zijn web-based, wat betekent dat ze vanaf overal benaderbaar zijn via een webbrowser
ContentDe aangeboden informatie – de inhoud – van een website
CSS Image ReplacementPopulaire techniek bij webontwikkelaars voor het vormgeven van websites met Cascading Style Sheets. Deze techniek bestaat uit het verbergen van gewone tekst in een HTML document en deze door een achtergrondafbeelding te laten vervangen via CSS. Er zijn verschillende varianten van deze techniek ontwikkeld, zoals Fahrner Image Replacement (FIR)
CSSZie Cascading Style Sheets
DatabaseElectronische collectie van gegevens, gericht op het snel een flexibel achterhalen van informatie. Databases zijn er in verschillende soorten en maten, gebaseerd op verschillende structuren voor specifieke toepassingen. Voorbeelden van Open Source database software voor toepassing op websites zijn SQL, MySQL en PostgreSQL. Oracle en Microsoft Access zijn voorbeelden van database-software die niet Open Source zijn
DatabankZie database
DCMIDublin Core Metadata Initiative. Zie meta-informatie
Document Object ModelDe W3C Document Object Model (DOM) is een standaard voor het beschrijven van de hiërarchie van XML en HTML elementen in het geheugen van de webbrowser. Het is vergelijkbaar met een boommodel. DOM geeft client-side scripttalen, zoals ECMAScript, de mogelijkheid om deze elementen en de vormgeving ervan te manipuleren
DocTypeElk HTML document dient te beginnen met een zogenaamde Document Type Declaration (kortweg DocType genoemd); deze declaratie verklaart aan webbrowsers en markup validators welke versie van HTML of XHTML wordt gebruikt en legt een link naar een Document Type Definition (DTD) waarin de grammatica voor de markup taal wordt gespecificeerd
ECMAScriptECMAScript is een standaard voor een client-side scripttaal, gecombineerd uit elementen van Netscape Communications’s JavaScript en Microsoft’s Jscript. Een groot deel van ECMAScript centreert om manipulatie van de Document Object Model
ECMAECMA staat voor European Computer Manufacturers Association en is een organisatie van bedrijven die standaarden in de informatie- en communicatietechnologie nastreven, in samenwerking met organisaties als het ISO (International Organization for Standardization) en het ETSI (European Telecommunications Standards Institute)
ElementBouwsteen van een markup taal. Een element bestaat uit tags – een begin- en sluit-tag – die de inhoud waarop het element is toegepast omsluiten. Bijvoorbeeld
Let op!. In de markup taal HTML hebben sommige elementen slechts een begin-tag. Voor enkele andere elementen is het gebruik van de sluit-tag optioneel
FIRFahrner Image Replacement. Zie CSS Image Replacement
FlashEen client-side technologie voor animaties en interactieve effecten, ontwikkeld door Macromedia
FramesEen techniek om meerdere pagina’s binnen één browservenster te presenteren. In het venster worden binnen een speciale pagina – de zogenaamde frameset – secties gereserveerd waarin afzonderlijke pagina’s worden geladen
FTPFile Transfer Protocol, serie regels, vergelijkbaar met HTTP, gericht op het transporteren van digitale bestanden
GIFAfkorting voor Graphics Interchange Format, een bestandssoort speciaal voor afbeeldingen, ontwikkeld door Compuserve. Het GIF bestandsformaat maakt gebruik van een compressiemethode die de bestandsomvang van de afbeelding drastisch verkleint zonder de kwaliteit van de afbeelding aan te tasten (lossless compression). Het GIF bestandsformaat is met name geschikt voor gestileerde afbeeldingen en afbeeldingen zonder fotografisch detail
Graphical User InterfaceEen grafisch controle-paneel of scherm dat de gebruiker de mogelijkheid geeft de achterliggende technologie te gebruiken. Dit kan in de vorm van bijvoorbeeld vensters, knoppen en tabbladen. Besturingssystemen als Windows en Mac OS X zijn voorbeelden van een Graphical User Interface. Meestal afgekort als GUI
GUIZie Graphical User Interface
HTTP headerEen kort stukje meta-informatie die de server en het client-side programma met elkaar uitwisselen bij het opvragen van een webdocument volgens het HTTP protocol
HTTPAfkorting voor Hyper Text Transfer Protocol. Een set regels voor de communicatie tussen servers en client-side programma’s (zoals webbrowsers en e-mail applicaties) op het Internet
HTMLAfkorting voor Hyper Text Markup Language. Markup taal waarmee webpagina’s worden gestructureerd. HTML is ontwikkeld als een platformonafhankelijke taal, zodat informatie door iedere computer gelezen kan worden
HyperlinkHyperlinks vormen de draden in het Web; ze maken het mogelijk voor bezoekers van de ene pagina naar de andere te springen met het gemak van een muisklik. Links zijn er in allerlei kleuren en vormen, maar van origine is het uiterlijk van een link (in de meeste browsers) een afwijkend gekleurde tekst met een lijn eronder
IETFAfkorting voor Internet Engineering Task Force. Een internationale normalisatie organisatie, te beschouwen als bedenker van ontwikkelgereedschap voor het Internet. De IETF behandelt actuele (technische, economische en sociale) problemen met betrekking tot het gebruik en de exploitatie van het Internet
Image mapImage maps zijn afbeeldingen waarvoor in de markup selecties zijn aangegeven die linken naar andere documenten. De bezoeker kan op deze selecties in de afbeelding klikken om de links te volgen
InternetAfkorting voor International Network. Wereldomvattend netwerk van honderdduizenden met elkaar verbonden computers en computernetwerken via telefoon- en-of datalijnen. In principe voor iedereen bereikbaar. Kenmerkend is de decentralisatie van het netwerk: er is geen centrale computer die het netwerk aanstuurt
JPEGAfkorting voor Joint Photographic Experts Group. Bestandsformaat voor afbeeldingen. Kenmerkend voor het JPEG bestandsformaat is dat de compressie de beeldkwaliteit verslechterd. Het JPEG bestandsformaat is zeer geschikt voor fotografische afbeeldingen
KaraktercoderingKaraktercodering (character encoding) is een term voor een mechanisme dat achter de schermen van vrijwel ieder digitaal document plaatsvindt en een computer vertelt uit welke karakters (letters, cijfers, punctuatietekens, enzovoort) een document is opgebouwd: bytes worden vertaald naar karakters en andersom
Lay-outMet betrekking tot webpagina’s, de visuele plaatsing van pagina-elementen in het browservenster. Door webontwikkelaars worden veelal tabellen gebruikt voor het realiseren van de lay-out van een website. CSS is een gunstiger alternatief
LinkrotHet verschijnsel dat hyperlinks voor een bezoeker doodlopen, doordat ze verwijzen naar niet (meer) bestaande internetadressen
LynxWebbrowser, oorspronkelijk voor het Unix besturingssysteem. Lynx is een voorbeeld van een zogenaamde tekst-browser. Lynx geeft alleen (ongestijlde) tekst weer en geen afbeeldingen. Lynx is een ideaal hulpmiddel voor webontwikkelaars om te controleren hoe zoek-spiders en spraakbrowsers hun website interpreteren
MarkupEen ander woord voor markup is opmaak. Zie markup taal
Markup taalMarkup is een verzamelnaam voor talen die dienen om de inhoud van tekstdocumenten te structureren. Voorbeelden van markup talen zijn HTML en XML. De basis van een markup taal bestaat uit elementen en attributen
Markup validatorProgramma’s voor het evalueren van de markup van documenten – zoals de HTML in webpagina’s. Een markup validator kan vaak controleren of een webpagina voldoet aan markup richtlijnen van het W3C. Een aantal validators zijn online beschikbaar voor gebruik, zoals de W3C Markup Validation Service. Ook zijn er validators die gericht zijn op het beperkt controleren van toegankelijkheidsaspecten, zoals Bobby of Cynthia Says
MetatagJargon voor de instantie van een meta element in de HTML broncode van een webpagina. Dit element bevat meta-informatie over het document
MetadataZie meta-informatie
Meta-informatieMeta-informatie (metadata) is informatie die iets vertelt over andere informatie. Zo vertelt bijvoorbeeld een webserver de webbrowser via een HTTP header wat de laatste wijzigingsdatum van een opgevraagde webpagina is. Een ander voorbeeld is het gebruik van meta-informatie in de HTML broncode van webpagina’s voor informatie over de auteur of een samenvatting van de pagina. Deze informatie kan worden gebruikt door bijvoorbeeld zoekmachines. Een populaire standaard voor meta-informatie is het Dublin Core Metadata Initiative (DCMI)
Meta-refreshClient-side methode voor het automatisch verversen of doorverwijzen van een webpagina. De term is afgeleid van een variant van het zogenaamde meta element dat in de HTML broncode van een pagina wordt geplaatst: zie metatag
MIMEAfkorting voor Multipurpose Internet Mail Extensions. Het MIME-type van een bestand schrijft voor welk soort bestand het is. Op basis hiervan maakt een webbrowser een besluit over wat te doen tijdens en na het downloaden van het bestand. De gebruiker kan zijn browser instrueren wat te doen met bestanden van een bepaalde soort
MicrosoftDe grootste softwarefabrikant ter wereld. Microsoft werd in 1975 opgericht door Bill Gates en Paul Allen. Oprichter Bill Gates verkocht zijn besturingsprogramma DOS aan IBM en behield daarbij de rechten ervan. Hierdoor kon Microsoft uitgroeien tot de belangrijkste softwarefabrikant. Microsoft is de uitgever van onder andere het populaire Windows besturingssysteem en de Internet Explorer webbrowser
Netscape CommunicationsDe grondlegger van Netscape Communications is Marc Andreessen. Hij richtte samen met zijn vriend James Clark het bedrijf op. Het bekendste is de webbrowser die het bedrijf uitbracht. De naam Netscape is een samenvoeging van internet en landscape (landschap)
Open standaardenEen open standaard is een standaard die voldoet aan de volgende eisen:
Open SourceTerm voor software waarvan de bron open staat ter implementatie en modificatie en waarvan de rechten voor het gebruik geen personen of groepen uitsluiten. Dit betekent niet automatisch dat Open Source software gratis is. Open Source software biedt een garantie voor open standaarden
PalmtopPersoonlijke handcomputer. Zie PDA
PDFAfkorting voor Portable Document Format, een bestandsformaat voor tekstdocumenten, ontwikkeld door Adobe
PDAAfkorting voor Personal Digital Assistant; persoonlijke handcomputer. Ook wel palmtop genoemd. PDA’s beschikken steeds vaker over de mogelijkheid tot toegang tot het Internet via e-mail en een webbrowser. Fabrikant van PDA’s is onder andere Palm
PHPOorspronkelijk een afkorting voor Personal Home Page, vanwege de PHP-tools, later werd de alternatieve, iteratieve afkorting PHP Hypertext Preprocessor, oftewel: PHP; een server-side programmeertaal voor het dynamisch genereren van HTML pagina’s. PHP kan, net als ASP, tussen de HTML code in een document geschreven worden. Bij het opvragen van een pagina wordt deze code op de server uitgevoerd waarna het resultaat naar de webbrowser gestuurd wordt. PHP is een voorbeeld van een Open Source product. PHP is een open standaard
PNGAfkorting voor Portable Network Graphics. Techniek om grafische bestanden in omvang te verkleinen (compressie). Het is de tegenhanger van GIF, maar PNG (spreek uit: ping) is rechten- en patentvrij. PNG is in veel opzichten beter dan GIF: betere compressie, betere ondersteuning van grijswaarden, meer kleuren mogelijk enzovoort
ProtocolRegels en afspraken over de manier waarop iets gedaan moet worden. Met betrekking tot het Internet, alles waaraan twee computers zich moeten houden als ze met elkaar willen communiceren. Bijvoorbeeld tussen terminal en computer of tussen randapparaat en computer
RSSAfkorting voor Rich Site Summary of Really Simple Syndication. RSS is een toepassing van de markup taal XML. RSS maakt het mogelijk om eenvoudig op de hoogte te blijven van updates op websites die een RSS feed aanbieden – een bondig overzicht van de nieuwste inhoud op de site. Met behulp van een applicatie die deze RSS feeds kan lezen – een RSS reader – kan men deze informatie lezen
RTFAfkorting voor Rich Text Format. Bestandsformaat voor tekst die opmaakcodes bevat voor tekststijlen. Rich Text kan door vele tekstverwerkers gelezen worden. Van oorsprong een Microsoft bestandsformaat
ScriptEen combinatie van computeropdrachten in een bestand. Voorbeelden van client-side scripttalen zijn ECMAScript en JavaScript. Server-side scripttalen zijn onder andere PHP en ASP
ScreenreaderSpeciaal programma dat gebruikt wordt door onder andere mensen met een visuele handicap. De screenreader leest de informatie van het computerscherm en maakt deze toegankelijk voor programma’s die informatie vertalen naar spraak of braille
Server-sideAan de kant van de server, de webserver. Server-side technologiën – zoals PHP, ASP, SSI en Perl – staan, in tegenstelling tot client-side technologiën, onder toezicht en controle van de webontwikkelaar en zijn daardoor betrouwbaarder toe te passen dan client-side technologiën
SessiesSessies zijn een methode om bezoekers van websites gedurende hun bezoek te identificeren. Sessies maken in eerste instantie gebruik van cookies en, wanneer cookies niet ondersteund worden, in tweede instantie van een gemodificeerde URL
SpiderEen programma dat over het internet ‘kruipt’ op zoek naar nieuwe, openbaar toegankelijke bronnen, zoals WWW documenten en bestanden in FTP archieven. Ook wel wanderer, crawler of ant genoemd. Spiders zijn noodzakelijk vanwege de enorme groei van het informatie-aanbod. Populaire zoekmachines zoals Google en Altavista hebben hun eigen spiders om webpagina’s te indexeren voor hun zoekbestand
SpamOngewenste, vaak commerciëel getinte e-mail. De officiële term is UCE (Unsollicited Commercial E-mail). Soms worden grote hoeveelheden e-mail op nieuwsgroepen geplaatst. De term spam is ontleend aan ingeblikt vlees, bestaande uit ham en varkensvlees: Shoulder Pork and Ham. Het was een vinding van G.A. Hormel (1860-1946) en werd vooral gebruikt door soldaten tijdens de Tweede Wereldoorlog
SSIAfkorting voor Server Side Include. Een eenvoudige server-side programmeertaal die het mogelijk maakt HTML documenten in andere in te sluiten. Zo kan een bestand een menu bevatten dat op iedere pagina via SSI wordt ingesloten
TagFragment van een markup element. Tags omsluiten tekst en vormen daarmee samen een element. Voorbeelden van tags zijn
, en . Tags worden soms ook wel labels genoemd
Tabellen
Een tabel is een verzameling informatie opgedeeld in cellen. Deze cellen zijn verdeeld over rijen en kolommen waarin de relatie tussen de individuele cellen duidelijk wordt. Op het Web worden tabellen gebruikt voor dezelfde doeleinden als in andere media, het relationeel weergeven van informatie. Daarnaast zijn tabellen mateloos populair voor het realiseren van de lay-out van websites
Thumbnail
Miniatuurafbeelding (ter grootte van een duimnagel of postzegel) die meestal doorlinkt naar een vergroote versie van de afbeelding
URL
Afkorting voor Uniform Resource Locator. Standaard voor het adresseren van documenten op Internet. Een URL – een Internetadres – ziet er bijvoorbeeld als volgt uit: http://www.yahoo.com/
Validator
Zie markup validator
WAI
Afkorting voor Web Accessibility Initiative, een werkgroep van het W3C die richtlijnen uitbrengt voor toegankelijkheid op het Web. Een voorbeeld van deze richtlijnen is de WCAG (Web Content Accessibility Guidelines)
WCAG
De afkorting voor Web Content Accessibility Guidelines, richtlijnen die door het WAI (Web Accessibility Initiative) zijn opgesteld met betrekking tot toegankelijkheid voor het web. De WCAG concentreert zich op toegankelijkheid voor webpagina’s.Kenmerkend voor WCAG versie 1.0 zijn de drie prioriteiten met elk hun eigen set richtlijnen waaraan webontwikkelaars en contentbeheerders kunnen voldoen. Een tweede versie van deze serie richtlijnen is momenteel in ontwikkeling. In de richtlijnen in de handleiding op deze website zijn richtlijnen uit WCAG 1.0 prioriteit 1 en prioriteit 2 als uitgangspunt genomen. Toegankelijkheidsinitiatieven zoals het Waarmerkdrempelvrij.nl hanteren de richtlijnen uit WCAG 1.0 prioriteit 1
Webserver
Informatieleverende computer. Een webserver is met Internet verbonden en serveert op verzoek documenten aan zogenaamde clients: bijvoorbeeld webbrowsers en spiders. Op een webserver worden vaak meerdere websites beheerd
Webontwikkelaar
Persoon die een website bouwt of samenstelt, veelal op het technische vlak
Webbrowser
Programma waarmee webpagina’s bekeken kunnen worden. De browser zet HTML pagina’s om in leesbare tekst, laadt en toont afbeeldingen en multimediabestanden. Er zijn diverse grafische browsers (veelal gratis) beschikbaar, zoals Netscape Navigator, Mozilla, Opera, Microsoft Internet Explorer en Safari. Ook zijn er browsers die slechts tekst weergeven, zoals Lynx, browsers speciaal voor mobiele telefoons en PDA’s of browsers die webpagina’s omzetten naar spraak of braille
World Wide Web Consortium
Zie W3C
WWW
Afkorting voor World Wide Web. Onderdeel van het Internet waarbinnen webpagina’s met elkaar in verbinding staan via zogenaamde hyperlinks. Het WWW kan gebruikt worden via een webbrowser. Het WWW is in gebruik sinds 1991 en bedacht door Tim-Berners Lee. Eerst was alle informatie gebaseerd op tekst, later werden ook afbeeldingen, geluid en video mogelijk
W3C
Acroniem voor World Wide Web Consortium. Organisatie die in 1994 is opgericht door Tim Berners-Lee. Een van de doelstellingen van het W3C is het bereiken van overeenkomsten over (toekomstige) standaarden op Internet. Het W3C is neutraal. Alle grote spelers op het gebied van Internet zijn erbij betrokken; te denken aan Netscape Communications, Microsoft, Sun Microsystems, IBM, Adobe Systems, Hewlett Packard en Novell
XHTML
Afkorting voor Extensible Hyper Text Markup Language, een platformonafhankelijke markup taal die een herformulering is van HTML volgens de regels van XML
XML
Afkorting voor Extensible Markup Language. Een platformonafhankelijke markup taal voor het specificeren van andere markup talen. Voorbeelden van toepassingen van XML zijn XHTML en RSS
Zip
Populair bestandsformaat voor de bundeling en compressie van bestanden
Zoekmachine
Term voor een programma of service die informatie op een netwerk of computer indexeert en op verzoek doorzoekt naar specifieke termen die door gebruikers van de zoekmachine worden opgegeven. Zoekmachines die de ongekende hoeveelheid informatie op het Internet doorzoeken – bijvoorbeeld Google en Altavista – zijn zeer populair bij internetgebruikers
Zoek-spider
Zoekmachines op het Internet gebruiken zogenaamde zoek-spiders voor het indexeren van webpagina’s: programma’s die webpagina’s doorlezen, de inhoud analyseren, beoordelen en opnemen in een database. Zie ook spiders