Maatschappijleerwerkstuk

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Mens en samenleving > Maatschappijleer
Datum & Land: 19/08/2001, NL
Woorden: 147


Progressief belastingstelsel
Belastingstelsel waarbij mensen met een hoger inkomen meer belasting betalen.

Publieke Omroep
Alle omroepen die uitzenden op Nederland 1, 2 en 3. De programma's op deze zenders worden voor een gedeelte uit belastinggelden betaald en er zijn kwaliteitseisen aan de programma's van de publieke omroep verbonden. Doel is het publiek zo goed mogelijk te dienen.

PVDA
Partij Van De Arbeid. Sociaal Democratische partij die opgericht is in 1945.

Quotes
uitpraak

Raad van de Unie
De Raad is de belangrijkste besluitvormingsinstantie van de Europese Unie. In de Raad zijn de lidstaten rechtstreeks vertegenwoordigd en wel door hun ministers die regelmatig in het kader van de Raad bijeenkomen.

Rechtse politieke partijen
partijen met conservatieve uitgangspunten. Zij redeneren vanuit het principe van economische vrijheid, dat burgers en bedrijfsleven de ruimte geeft zonder teveel overheidsbemoeienis en zien een beperkte rol voor de staat weggelegd.

Referendum
Volksstemming

Representanten
Vertegenwoordigers

Resocialiserende straffen
Straffen die als doel hebben dat de daders van een delict na de straf weer goed kunnen functioneren in de maatschappij. Voorbeeld van deze straf is de taakstraf.

Rijkswaterstaat
Onderdeel van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Rijkswaterstaat houdt zich bezig met het onderhouden en bestieren van de waterstaat.

Selectieve perceptie
Informatie wordt door mensen geinterpreteerd vanuit hun referentiekader. Objectief waarnemen van informatie is niet mogelijk.

SGP
Staatkundig Gereformeerde Partij, opgericht in 1918.

Sociale premies
Premies die werknemers betalen zodat de sociale verzekeringen in stant worden gehouden.

Sociale ongelijkheid
Mensen nemen in de samenleving ongelijke posities in en er is sprake van een sociale rangorde.

Sociale uitsluiting
Uitluiting van een bepaalde groep in de samenleving

Sociale lagen
Een samenleving bestaat uit verschillende lagen. Iedere laag bestaat uit mensen met een min of meer gelijk gewaardeerde positie. Zij hebben eenzelfde opleiding genoten en ontvangen eenzelfde inkomen. De verschillende lagen, verschillen dus van elkaar in kennis, inkomen, status en macht.

Sociale mobiliteit
Het stijgen of dalen van mensen op de maatschappelijke ladder. De sociale status die iemand heeft verandert daardoor.

Sociaal-democratische partijen
Partijen die socialisme nastreven op een democratische manier.

Sociale cohesie
Een bepaalde mate van stabiliteit en samenhang in de samenleving.

Sociale klasse
Een samenleving bestaat uit verschillende klassen. Deze klassen worden vandaag de dag bepaald door het beroep en het inkomen van een persoon. Een hoger inkomen gaat gepaard met het behoren tot een hogere klasse.

Socialisatie
Het aanleren van de normen en waarden die binnen de samenleving bestaan. Dit aanleren gebeurt in eerste instantie door de opvoeding. Maar in feite gaat het je hele leven door. Je bent steeds bezig je te leren aanpassen aan de omgangsnormen van de groepen waar je bijhoort: op school, op je werk, binnen een vereniging en binnen je vriendengroep.

Socialisme
Socialisme is de maatschappijvisie dat de productiefactoren in principe eigendom zijn van het volk en ook door het volk beheerd moeten worden.

SP
Socialistische Partij. Opgericht in 1972.

Staten Generaal
De Eerste en Tweede Kamer vormen samen de Staten-Generaal.

Stroming
Een richting in politiek, kunst of muziek waarin een bepaald idee centraal staat. Stromingen onderscheiden zich van elkaar doordat zij verschillende ideeen centraal hebben staan.

Subcultuur
Groep binnen de maatschappij met eigen normen en regels, die sterk afwijken van wat gangbaar is.

Terrorisme
Het plegen van gewelddaden, zoals bomaanslagen en gijzelingen, om een (meestal) politiek doel te bereiken.

Theorie
Stelsel van verwachtingen en hypothesen over een bepaald deel van de sociale werkelijkheid

Trends
Het verloop van een bepaald verschijnsel over de tijd.

Trias Politica
Boek van Montesquieu, waarin hij een scheiding der machten maakt: de rechterlijke, uitvoerende en wetgevende macht. Deze machten functioneren onafhankelijk van elkaar. Vele democratieen zijn op dit stelsel gebaseerd.

Tweede Kamer
De Tweede Kamer bestaat uit 150 leden die direct door het volk gekozen zijn. De Tweede Kamer De Tweede Kamer houdt zich vooral bezig met de dagelijkse politiek, roept ministers ter verantwoording, doet uitspraken over nieuw beleid en behandelt wetsvoorstellen gedetailleerd.

Urbanisatie
Verstedelijking. Het proces waarbij mensen steeds meer naar eenzelfde plaats trekken, waar een stad ontstaat of waar een stad groter wordt.

Vakbond
is een organisatie van werknemers van één of meer bedrijfstakken of beroepsgroepen. Voorbeelden van vakbonden zijn: de Ambtenarenbond, de Industriebond, de Voedingsbonden, de Vervoersbonden, de Onderwijsbond, etc.

Verkiezingsregels
De regels en wetten die aangeven hoe de verkiezingen in een bepaald land dienen te verlopen. In sommige landen is er wel een kiesdrempel, in andere landen niet.

Verzorgingsstaat
Een samenleving waarin de overheid zich ten doel stelt de zorg voor het welzijn en de welvaart van haar burgers op zich te nemen. Hiermee moet een bepaald niveau van sociaal welzijn en welvaart voor alle burgers gewaarborgd zijn.

Verzuiling
Politieke situatie in Nederland aan de eind van de negentiende eeuw. De bevolking organiseerde zich vooral op basis van godsdienstige en levensbeschouwelijke uitgangspunten. Er ontstonden vier bewegingen, ook wel zuilen genoemd: de protestants-christelijke zuil, de katholieke zuil, de sociaal-democratische zuil en de liberaal-conservatieve zuil. De scheidslijnen tussen de zuilen waren sterk, feitelijk was er sprake van vier samenlevingen in Nederland, met hun eigen scholen, politieke partijen, eigen omroepen, eigen vakbonden, eigen sportverenigingen en eigen kranten.

Volksvertegenwoordiging
De Staten-Generaal, oftewel het parlement oftwel de Eerste kamer en de Tweede Kamer. De leden hiervan zijn door het volk (in)direct gekozen.

Vooroordelen
Een oordeel over een groep of een lid van een groep dat gebaseerd is op een onjuiste en starre generalisatie.

WAO
Wet Arbeid Ongeschiktheid. Mensen die, door ziekte of handicap, langdurig niet meer kunnen werken, (maar eerder wel gewerkt hebben) hebben recht op deze uitkering. Voordat zij in de WAO terecht komen hebben zij eerder in de Ziekte Wet gezeten.

Welvaart
De mate waarin de materiele behoeften bevredigd (kunnen) worden.

Welzijn
Een situatie waarin mensen voldoende financiele middelen hebben, alsmede over een voldoende fysieke en emotionele gesteldheid beschikken.

Welzijnszorg
De zorg van de overheid om haar burgers van een bepaald niveau van welzijn te voorzien.

WW
Werkloosheidswet: Mensen die werkloos zijn krijgen onder bepaalde voorwaarden een uitkering

Zelfmoordaanslag
Een aanslag, meestal gericht op een groep mensen met de bedoeling deze groep mensen te doden. De dader zelf weet van te voren dat hij om zal komen. Deze aanslagen worden vooral gepleegd uit geloofs- en/of politieke overtuigingen.

Zelfplaatsing
De plaats die een persoon zichzelf toekent als hem/haar gevraagd wordt zich te plaatsen op een bepaalde schaal (bijvoorbeeld een links/rechts schaal).

Zinloos geweld
Een spontane vorm van fysiek geweld (of dreiging) waarbij het opzettelijke verwonden of doden van iemand centraal staat. Het geweld kenmerkt zich door zijn incidentele aard en door de willekeurige wijze waarop de dader het slachtoffer kiest.

Zuilen
Vier groeperingen in de Nederlandse samenleving aan het eind van de negentiende eeuw. Er was een protestants-christelijke zuil, een katholieke zuil, een sociaal-democratische uil en een liberaal conservatieve zuil.