MijnQuiz - Huiswerk Aardrijkskunde

Categorie: Aardrijkskunde
Datum & Land: 10/12/2024, Nederland
Woorden: 3626

Gnomische projectie
Centrale projectie

Golfstroom
Warme zeestroom die vanuit het Caribische gebied in noordwestelijke richting langs West – Europa stroomt.

Golf
Rimpel in het water die meestal wordt veroorzaakt door de wind die over het wateroppervlak waait.

Golflengte
De afstand tussen 2 golftoppen

Goederenoverslag
De totale aan- en afvoer van goederen.

Good governance
Een transparante manier van besturen waarbij de bevolking zeggenschap heeft over de manier waarop belastinggelden worden besteed, en waarbij de bevolking ook beschikt over middelen om het regeringsbeleid te controleren en te beoordelen.

Gouverneur generaal
Hoogste Nederlandse bestuurder in Nederlands-Indië

Governance
Proces van besluitvoering en invoering daarvan in het ontwikkelingsproces

Graadnet
Netwerk van lengtecirkels en breedtecirkels

Graaf
In plaatsnamen: gesticht door adellijke familie (ook als voorvoegsel)

Graanelevator
Een gebouw om graan op te slaan, uitgerust met graanliften

Gradiënt
Ecosysteem dat bestaat uit een rijke variatie aan planten en dieren

Gradiëntrijk
Er is dan sprake van allerlei overgangen in hoogteligging, grondsoort en waterhuishouding

Grafiek
Figuur waarmee je betekenis van veel cijfers op een eenvoudige manier zichtbaar maakt

Grafiet
Een vorm van koolstof, met een structuur die een zacht materiaal oplevert.

Graften
Lage muurtjes met struikgewas eromheen om de bodemerosie op de hellingen in Zuid-Limburg tegen te gaan

Graniet
Stollingsgesteente dat wordt gekenmerkt door vlekjes, gevormd op land

Grasland
Niet diepe wortel - hoog grondwater - natte grond

Greenport
Gebied waar de tuinbouw en Agribusiness zich concentreert

Grens
Denkbeeldige lijn die aangeeft tot hoe ver het grondgebied van een staat of gebied reikt.

Grensconflict
Grenskwesties, ruzie over grenzen.

Grensmaas
Deel van de rivier de Maas die de grens vormt tussen Nederland en België.

Grensoverschrijdende milieuverontreiniging
Vervuiling die grote delen van een continent beïnvloedt en dus landsgrenzen passeert.

Grensoverschrijdende vervuiling
Vervuild water dat over de grens naar Nederland komt via een rivier

Grenspendel
Het regelmatig passeren van een landsgrens voor werk, opleiding en bijvoorbeeld boodschappen.

Grenspendelaars
Iemand die in het ene land woont en in een ander land werkt (en voor het werk vaak de grens oversteekt).

Grensregio
Gebied waar een politieke grens een scheiding vormt tussen twee verschillende samenlevingen

Grieks-Romeinse cultuur
De door Grieken en Romeinen beïnvloede cultuur in het Romeinse rijk

Grijs water
Water dat een beetje vervuild is maar goed genoeg is om de wc mee door te spoelen. Het is niet geschikt om te drinken.

Grijze druk
De verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar of ouder en het aantal personen in de zogenaamde ‘productieve leeftijdsgroep’ van 20 t/m 64 jaar.

Grijze energie
Energie uit fossiele energiebronnen

Grijze stroom
Elektriciteit die met behulp van fossiele brandstoffen wordt opgewekt

Grind
Afgeronde steentjes die meestal door verwering van gesteente ontstaan en daarna door de rivier verplaats worden

Grindgat
Door het winnen van grind ontstaan stuk water, langs de rivier

Grindgaten
Plassen die zijn ontstaan door weggegraven grind

Groeicorridor
Zeer groot gebied, bestaande uit twee of meer regionale economische zones

Groeidriehoek
Zeer groot gebied, bestaande uit drie regionale economische zones

Groeikern
Gemeenten aan de buitenkant van de Randstad die na 1970 door de overheid zijn aangewezen om de suburbanisatie van de naburige stad op te vangen.

Groeikernbeleid
Manier waarop de overheid de suburbanisatie bundelt in groeikernen

Groeikernen
In de jaren zestig en zeventig door de overheid aangewezen plaatsen om de suburbanisatie op te vangen. Deze plaatsen hebben grote wijken met flats en rijtjeswoningen, die nu voor herstructurering in aanmerking komen. Ze liggen verspreid door Nederland.

Groeikernen en groeisteden
Door de overheid in jaren ‘60 en ‘70 van de vorige eeuw aangewezen dorpen of steden aan de buitenrand van de Randstad waar suburbanisatie toegestaan werd. De plaatsen ontvingen steun van het rijk

Groeikernenbeleid
De manier waarop de overheid de suburbanisatie bundelt in groeikernen.

Groeimaand
Een maand waarin de klimatologische omstandigheden geschikt zijn om bomen te laten groeien

Groeimarkten
Afzetgebied met na verwachting veel groeimogelijkheden

Groeiregio
Een gebied waar het aantal inwoners stijgt

Groeiseizoen
De periode in het jaar waarin de temperatuur hoog genoeg is om planten te kunnen laten groeien.

Groeistad
Steden, gelegen op enige afstand van de Randstad (bijvoorbeeld Zwolle, Amersfoort en Breda), die na 1970 door de overheid zijn aangewezen om bedrijven en mensen op te vangen, De nieuwe woonwijken moesten kunnen concurreren met de Randstad.

Groeisteden
Aangewezen steden die regionale ongelijkheid in de stad moest tegengaan en de bevolking in leeglopende steden houden.

Groen water
Regenwater, al dan niet verdampt of door gewassen opgenomen

Groenboek
Boek met nieuwe ruimtelijke visie

Groene contourgebieden
Natuurgebieden of gebieden met hoge cultuurhistorische waarde, waarbinnen de bebouwing niet meer mag toenemen

Groene druk
De verhouding tussen het aantal personen van 0 tot 19 jaar en het aantal personen in de zogenaamde ‘productieve leeftijdsgroep’ van 20 t/m 64 jaar.

Groene energie
Energie uit brandstoffen die niet opraken of vervuilend zijn.

Groene hart
Het ten opzichte van de omliggende stadsgewesten van de randstad relatief dunner bevolkte gebied met een wat landelijkere uitstraling

Groene revolutie
Het opvoeren van de voedselproductie in ontwikkelingslanden door de teelt van hoogproductieve rassen, in combinatie met irrigatie, het gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen

Groene rivier
Bedijkt gebied dat aftakt van een rivier om een deel van het water tijdelijk via een andere route te leiden. Heet ook wel bypass.

Groene stroom
Elektriciteit die wordt opgewekt op een duurzame manier, bijvoorbeeld met een windmolen of een zonnepaneel.

Groengrond
Onbemeste graslanden in de beekdalen bij een esdorp

Groengronden
Onbemestte graslanden in de beekdalen bij een esdorp.

Groenvoorzieningen
Parken en plantsoenen

Groepage
Samenvoegen van meerdere zendingen tot één zending

Grondbezitverhoudingen
Verdeling van het grondbezit over de bevolking van een land.

Grondeffect
Het verschijnsel dat in een ondiepe kustzone door de afremming van het water door golfsnelheid wordt omgezet in golfhoogte.

Grondmorene
Het sediment dat achter blijft als een gletsjer smelt

Grondsoort
Het oorspronkelijke verweringsmateriaal dat uit deeltjes van verschillende grootte bestaat (zand, klei enzovoort)

Grondstof
Nog niet bewerkte stof die uit de natuur wordt gehaald zoals olie, water, diamant

Grondstoffenfonds
Fonds dat grondstoffen opslaat in de jaren van overvloed en verkoopt in jaren van tekort met als doel prijsstabiliteit

Grondstoffenleverancier
Een land dat afhankelijk is van de export van één (of enkele) grondstoffen.

Grondstofgebonden
Bedrijf in de buurt van grondstoffen of op een locatie waar die makkelijk aangevoerd kunnen worden.

Grondwater
Water dat zich in de gesteenten van de bodem en de ondergrond bevindt. Het is meestal afkomstig van neerslag.

Grondwaterpeil
De bovenkant van het grondwater (ook grondwaterspiegel genoemd).

Grondwaterproblematiek
Alle soorten problemen waarmee grondwater te maken krijgt, zoals verontreiniging en verzilting.

Grondwaterspiegel
De hoogte van het grondwater onder het maaiveld, met andere woorden: de bovenzijde van de met water verzadigde zone in de bodem

Grondwet
Een grondwet regelt het bestuur van het land en de belangrijkste rechten en plichten van de burgers.

Grootfamilie
Gezinsverband waar ook grootouders en ooms en tantes en hun kinderen bij horen.

Grootgrondbezit
Hij laat zijn land vaak bewerken door pachtboeren die ieder jaar geld of goederen aan de moeten afdragen

Grootgrondbezitter
Boer die grote landerijen bezit.

Grootschalig
Hoogste schaalniveau: Mondiaal Internationaal/ continentaal Nationaal

Grootschalig landbouw
Landbouw op oppervlaktes van duizenden hectares word geproduceerd

Grootschalige kaart
Kaart van een klein gebied met veel details

Grootschalige landbouw
Landbouw waarbij op oppervlaktes van duizenden hectares word geproduceerd, vaak voor export.

Grootschalige transnationale grondverkopen
Verkoop van stukken land van meer dan 200 hectare aan buitenlandse bedrijven of investeerders.

Grootstedelijke agglomeratie
Groep gemeenten met aansluitende bebouwing

Grootstedelijke functies
Activiteiten in bedrijvigheid, openbaar bestuur, kennis en cultuur, waarvan de bevolking in de wijde omtrek van de steden gebruikmaakt.

Grote trek
Migratie in 1835 naar het noorden van Boeren in Zuid-Afrika die niet onder Engelse cultuur wilden leven

Grote waterkringloop
Water verdampt, condenseert en valt als neerslag op het land. Via het grondwater of rivieren komt het uiteindelijk weer in de zee of oceaan terecht.

Grotestedenbeleid
Er wordt geprobeerd de kloof tussen kansrijke en kansarme buurten te verkleinen

Grove tuinbouw
Vorm van tuinbouw waarbij de producten op grote akkers worden verbouwd, maar veel verzorging nodig hebben.

GRS
Gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen

Gutenbergdiscontinuïteit
Tussen buitenkern en ondermantel

Haar
In plaatsnamen: een hoger gelegen stuk heide

Haard
De exacte plek van de aardbeving in de aardkorst

Hakbouw
Landbouw waarbij de grond oppervlakte bewerkt wordt met een hak

Half afgewerkt product
(Halffabricaat) Een product dat nog verder bewerkt moet worden.

Halffabricaat
Bewerkte grondstoffen, maar die nog niet klaar zijn voor de verkoop.

Halfwegzone
Overgangsgebied van Randstad naar de periferie.

Halfwoestijn
Droog gebied met iets meer begroeiing dan een echte woestijn.

Handel- en dienstsector
Economische sector waar goederen en diensten gekocht en verkocht worden.

Handel in emissierechten
Het kopen en verkopen van uitstootrechten van schadelijke broeikasgassen.

Handelsbalans
Een belangrijk onderdeel van de betalingsbalans van een land. Aan de ontvangstenkant staat de geldwaarde van de export van een land over een bepaalde periode. Aan de uitgavenkant staat de geldwaarde van de import. De handelsbalans vormt meestal het grootste gedeelte van de betalingsbalans.