de fagot zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ faˈxɔt ] Afbreekpatroon: fa·got Verbuigingen: fagotten (meerv.) lang (ruim 2,5 m) houten blaasinstrument dat door een dubbel riet wordt aangeblazen en lage bastonen geeft Voorbeeld: 'sonate voor fagot en cello' 5 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/fagot
Let op: Spelling van 1858 een muzijkinstrument; een uit twee of meer stukken zamengestelde basson, of basblaas-instrument. Fagotist, die dat instrument bespeelt Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
[klassieke muziek] Laagklinkend houten blaasinstrument; een lange conisch geboorde, scherp omgebogen buis, aangeblazen door middel van een dubbel riet. De contrafagot klinkt nog een octaaf lager. Gevonden op https://www.cultureelwoordenboek.nl/klassieke-muziek/fagot