de noga zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈnoxa ] Afbreekpatroon: no·ga zoet snoepgoed dat gemaakt is van amandelen 6 definities Gevonden op https://www.woorden.org/woord/noga
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] gebak van amandelen of noten met gesmolten, bruingekookte suiker vermengd; van Frans nougat, uit noix en gateau, of van 't middenlat. nucatus, waarvan nux, noot, het grondwoord is. Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0018.php