1) Monddeel 2) Metselterm 3) Om mee te bijten 4) Uittanden 5) Gebit 6) Deel van de mond 7) Deel van het hoofd 8) Een zaag scherpen 
(materiaal) Hard uitsteeksel van gemineraliseerd of deels gemineraliseerd weefsel dat wordt gevormd in de kaken van dieren; door de opbouw te onderscheiden van ander been. (AAT-Ned)
de middelste zes onderdelen van het gebit, zowel boven als onder, waarmee iemand eten kan afbijten
(Eng: jaggies) De tanden of trapjes die het gevolg zijn van het trapjeseffect (aliasing) in op beeldschermen geprojecteerde afbeeldingen.
V-vormige insnijding van het kamblad van een enkele kam.
Uit `De lagere vaktalen: De spinners-en weverstaal` 1914 zaagvormige uitsteeksels op den band. In de tanden, ook nog kerten genoemd, vat een klinke.
focus, centrum van kracht en concentratie
Melkgebit en blijvend gebitTussen de leeftijd van zes maanden en 2,5 jaar verschijnen bij een kind de tanden van het melkgebit. Een volledig melkgebit bestaat uit 20 tanden.Tussen zeven en twaalf jaar worden de melktanden geleidelijk vervangen door een blijvend gebit. Een volledig, blijvend gebit va...