impregneren werkw. Uitspraak: [ ɪmprɛx'nɛrə(n) ] Afbreekpatroon: im·preg·ne·ren Vervoegingen: impregneerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geïmpregneerd (volt.deelw.) met een vloeistof behandelen die helemaal naar binnen trekt Voorbeelden: 'textiel impregneren zodat het waterdicht wordt' , 'hout impregneren met een schimmelw... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/impregneren
Het aanbrengen van een substantie, bijvoorbeeld op textiel of steen, zodat de substantie het materiaal vult, doordrenkt of er grondig in doordringt. Categorie: Procédés en Technieken > additieve- en verbindingsprocédés en -technieken. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491
Impregneren is het doordrenken van een poreuze vaste stof om deze: - te verduurzamen- vochtwerend te maken- onbrandbaar te maken. voorbeeld van een druppel op niet- geïmpregneerd materiaal (links) en wel geïmpregneerd materiaal (rechts): Impregneren houdt in dat een bepaalde vloeistof een eindje in he... Gevonden op https://www.joostdevree.nl/shtmls/impregneren.shtml