de abri zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ a'bri ] Verbuigingen: abri's (meerv.) Verbuigingen: abrietje (verkleinwoord) klein, open huisje dat je beschermt tegen het weer als je op iets wacht Voorbeelden: 'Een abri bij een bushalte is een bushokje en bij een tramhalte een tramhokje.' , 'Grote abri's en kleine abrietjes' Synoniem: wachthuisje ...
1) Wachthuisje bij halte 2) Bushaltehuisje 3) Wachthuisje bij een halte 4) Wachthuisje bij een bushalte 5) Huisje om te schuilen 6) Tramhokje 7) Wachthuisje 8) Huisje op een perron 9) Tramhuisje 10) Reizigersonderkomen 11) Halte 12) Haltehuisje 13) Halteoverkapping 14) Halteplaats 15) Regenbeschutting 
overdekte, niet afgesloten wachtruimte bij een bushalte of tramhalte; bushokje kleine ruimte die eruitziet als een bushokje waar men mag roken bij een openbare gelegenheid; rookcabine; rokersabri
wachthuisje
Een niet afgesloten wachtruimte die vooral bij het openbaar vervoer veel voorkomt. Ook op verschillende begraafplaatsen zijn abri’s te vinden.
wachthuisje bij bus- en tramhaltes (toon de herkomst via de etymologiebank)
Een abri is een marketingterm voor advertenties vaak geplaatst in wachthuisjes, bushaltes of treinstations, ontworpen om merkbekendheid te vergroten.
kleine ruimte die eruitziet als een bushokje waar men mag roken bij een openbare gelegenheid; rookcabine; rokersabri
•een wachthuisje bij een halte van het openbaar vervoer.
overdekte wachtplaats voor passagiers van het openbaar vervoer
wachthuisje