
wat deel uitmaakt van, wat behoort bij, tot; onderdeel. - Voorbeeld: ‘
't Eerste en 't bijzonderste bestond in het nauwkeurige nazicht over alles wat de goede stand van het huis betrof, met al zijn aanhorigheden’ (Dorpslucht I 93)
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.