aanmerkelijk bijv.naamw. Uitspraak: [ anˈmɛrkələk ] Afbreekpatroon: aan·mer·ke·lijk nogal groot Voorbeelden: 'een aanmerkelijke verbetering' , 'Er zijn aanmerkelijk minder mensen aanwezig dan de vorige keer.' Antoniem: gering Synoniemen: : aanzienlijk, beduidend aanmerkelijk belang (situatie dat één belegger meer dan vijf procent ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/aanmerkelijk