
aanstichten werkw. Uitspraak: [ 'anstɪxtə(n) ] Afbreekpatroon: aan·stich·ten Vervoegingen: stichtte aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangesticht (volt.deelw.)
1) (iets slechts) veroorzaken Voorbeeld: 'onheil aanstichten'
2) aanzetten tot (iets slechts) Voorbeeld: 'het buurland aanstichten tot oorlog' ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanstichten

1) Teweegbrengen 2) Aandoen 3) Aanrichten 4) Veroorzaken
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanstichten/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.