
afblaffen werkw. Uitspraak: [ 'ɑvblɑfə(n) ] Afbreekpatroon: af·blaf·fen Vervoegingen: blafte af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgeblaft (volt.deelw.)
boos en kortaf praten tegen (iemand) Voorbeeld: 'je personeel afblaffen als ze fouten maken' Synoniem: afsnauwen Synoniemen: afbekken afsnauwen snauwen toebijten toesnauwen ......
Gevonden op
https://woorden.org/woord/afblaffen

1) Afsnauwen 2) Afbekken 3) Afgrauwen 4) Snauwen 5) Toesnauwen 6) Toebijten
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Afblaffen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.