afdalen werkw. Uitspraak: [ 'ɑvdalə(n) ] Afbreekpatroon: af·da·len Vervoegingen: daalde af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is afgedaald (volt.deelw.) naar een lager niveau gaan Voorbeelden: 'van een helling afdalen' , 'afdalen naar een lager gelegen dorp' Synoniemen: afgaan afstappen afstijgen dalen landen naarbeneden glijden neerdale... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/afdalen
1) Afgaan 2) Afkomen 3) Aflopen 4) Afstappen 5) Afstijgen 6) Afzakken 7) Dalen 8) Naar beneden 9) Naar beneden gaan 10) Naar beneden komen 11) Naar beneden sleeën 12) Nederstijgen 13) Neerdalen 14) Neerklimmen 15) Neerkomen 16) Omlaag gaan 17) Omlaag komen 18) Omlaaggaan 19) Omlaagkomen 20) Term uit de wielersport Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Afdalen/1