afzakken werkw. Uitspraak: [ 'ɑfsɑkə(n) ] Afbreekpatroon: af·zak·ken Vervoegingen: zakte af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is afgezakt (volt.deelw.) 1) naar beneden zakken Voorbeelden: 'Mijn broek zakt af.' , 'Het land is langzaam afgezakt naar de narcostaat die het nu is.' 2) stroomafwaarts gaan Voorbeeld: ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/afzakken
1) Neergaan 2) Glijden 3) Naar beneden glijden 4) Naar beneden gaan 5) Term uit de wielersport 6) Afgaan 7) Afglijden 8) Aftakelen 9) Afzijgen 10) Kalven 11) Vervallen 12) Dalen 13) Aan lagerwal raken 14) Zich begeven naar 15) Inzinken 16) Wegglijden 17) Wegzinken Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Afzakken/1
naar beneden vallen of schuiven vb: Jasper, je broek zakt af! Tegenstelling: ophalen langzaam naar een lager gedeelte reizen vb: we zakten de rivier af Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=afzakken
1> door wind of stroom van de koers gezet worden. Zie ook afwaaien en afdrijven. ZICH ACHTER HET ANKER AFLATEN ZAKKEN : de ankerketting , -tros of -draad vieren met het doel het schip op een bepaalde plaats te krijgen. ZICH AFLATEN ZAKKEN : het schip doelbewust door wind of stroom laten verplaatsen. 2> met de stroom meevaren. Voorbeel... Gevonden op https://www.binnenvaarttaal.nl/index.php?woord=afl#afzakken