afdrijven werkw. Afbreekpatroon: af·drij·ven Verbuigingen: dreef af Vervoegingen: afgedreven (volt.deelw.) 1) het doen afschijden van iets inwendigs Voorbeeld: 'Dit medicijn drijft vocht af.' 2) goud of zilver zuiveren van het lood, koper enz. waarmee het vermengd is 3) onder invloed van bijvoorbeeld de...
1) Aborteren 2) Stroomafwaarts drijven 3) Uit de koers gedreven worden 4) Verlijeren 5) Verwaaien 6) Wegdobberen 7) Wraken 1) Aborteren 2) Verlijeren 3) Verwaaien 4) Verwijderen 5) Wegdrijven 6) Wegvaren 7) Wraken 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Afdrijven``] Een schip drijft af, als het zich ten gevolge van wind of stroom, zijwaarts van zijnen koers verwijdert. De afstand, welke het op deze wijze gedurende eenen bepaalden tijd aflegt noemt men afdrijving, afzeiling of wraak
1) zich op het water drijvend ergens van verwijderen, meestal onbedoeld en door een externe oorzaak 2) zich door de lucht ergens van verwijderen 3) door de lucht weg doen drijven 4) van de oorsprong verwijderd raken; evolueren in een ongewenste richting; afdwalen 5) uit iemands lichaam verwijderen
• [erga] onder invloed van bijvoorbeeld de wind van zijn plaats geraken. • [ov] het doen afschijden van iets inwendigs.
1> door wind of stroom van zijn koers of plaats raken. 2> al drijvend afleggen. Zie ook: stevelen. 3> zich met de eb, mee laten voeren.
strafrecht: verwijdering van een ongeboren kind uit het lichaam van een vrouw. ...