affectief bijv.naamw. Uitspraak: [ ɑfɛk'tif ] Afbreekpatroon: af·fec·tief als iets te maken heeft met affectie Voorbeeld: 'affectief betrokken medewerkers' 
1) Emotioneel 2) Tot het gevoel sprekend 3) Met gemoedsaandoening verbonden 
met betrekking tot het gevoelsleven van iemand
het gevoelsleven of de stemming betreffend
het gevoel of de emotie betreffende (zie Veenman en van Doorn 1997: XI -XIV)
Het gevoelsleven (= affect) betreffende.
waar het gevoel bij betrokken is vb: de meeste mensen hebben affectieve relaties Synoniem: emotioneel Tegenstellingen: koud koel kil ijzig effen ijskoud