chillen werkw. Uitspraak: [ 'tʃɪlə(n) ] Afbreekpatroon: chil·len Vervoegingen: childe (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gechild (volt.deelw.) niets doen, rustig doen Voorbeeld: 'een weekendje chillen' Synoniemen: : ontspannen, relaxen Synoniemen: relaxen rustig aan doen 
1) Ontspannen 2) Zich ontspannen 3) Nietsdoen 4) Jeugdtaal voor niets doen 5) Rustig aan doen 6) Relaxen 
ontspannen Wordt vooral veel door jongeren gebruikt.
[neologisme of ex-neologisme] Definitie: "even afkoelen in een comfortabele ruimte zonder basdreunen" Kontekst: discotheken en jeugdhuizen
[slang] genieten;relaxen
[jongerentaal] relaxen
kalmeren, ontspannen, uitrazen
Rondhangen
Chillen heeft als betekenis: relaxen. Chillen is iets wat je doet met je vrienden en/of familie. Je gaat niet chillen met een catfish of een of andere snitch. Nee, chillen is daar veel te belangrijk voor.
Chillen is met vrienden of alleen niks doen. Chillen kan ook 'hangen' of 'niks doen' genoemd worden. [basiswoordenlijst groep 6]
Straattaal voor: RelaxenStraattaal voor: Rondhangen
[Straattaal] afspreken, relaxen, lekker rustig aan doen (Dit komt van het Engelse werkwoord `to chill`).