afhandig bijv.naamw. Afbreekpatroon: af·han·dig 1) uit iemands bezit gebracht Voorbeeld: 'Samen met burgemeester Cornelis van Marken, ook al iemand met een verleden als oplichter, had hij een weduwe via slinkse wegen geld afhandig gemaakt.' 2) uit de hand gepakt Voorbeeld: 'Hij was nog niet uitgesproken of hij prob... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/afhandig