afschrapen werkw. Uitspraak: [ 'ɑfsxrapə(n) ] Afbreekpatroon: af·schra·pen Vervoegingen: schraapte af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgeschraapt (volt.deelw.) 1) door schrapen weghalen Voorbeeld: 'houtschilfers afschrapen' 2) door schrapen schoonmaken Voorbeeld: 'je tuinschoenen afschrapen met een schoe...
1) Afkrabben 2) Krabben 3) Raderen 1) Krabbend verwijderen 
Het bewerken of reinigen van oppervlakken, het verwijderen van een radioactief besmette laag van een betonstructuur met behulp van machines, bestaande uit een aantal naalden of een cilinderkop, die meestal pneumatisch aangedreven worden, en waarmee op het betonoppervlak een kloppende beweging wordt uitgeoefend.
Het verwijderen van de oude verflaag met behulp van een verfkrabber en brander.
schrapend verwijderen: het verwijderen van de oude verflaag met behulp van een verfkrabber en brander of föhn. Zie onder aan het artikel Schilderen - verven of beitsen van hout.
schrapend verwijderen: het verwijderen van de oude verflaag met behulp van een verfkrabber en brander of föhn.