
afserveren werkw. Uitspraak: [ 'ɑfsɛrverə(n) ] Afbreekpatroon: af·ser·ve·ren Vervoegingen: serveerde af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgeserveerd (volt.deelw.)
nogal stevig afstand doen van (iets of iemand), er niets meer mee te maken willen hebben Voorbeelden: 'Afserveren, die eikel!' , 'een plan afserveren' Synoniemen: : ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/afserveren

1) Aan de kant zetten
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Afserveren/1
1) iemand een nederlaag bezorgen in een sportwedstrijd, vooral in de tennissport
2) iemand of iets op een vrij resolute of vervelende manier afwijzen, afkeuren, wegsturen of ontslaan
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/afserveren
Geen exacte overeenkomst gevonden.