afspoelen werkw. Afbreekpatroon: af·spoe·len Verbuigingen: spoelde af Vervoegingen: afgespoeld (volt.deelw.) 1) een opgewonden draad of band van een klos afwentelen Voorbeeld: 'Ik heb het hele garen afgespoeld en opnieuw opgewonden.' 2) enz. 3) iets oppervlakkig reinigen door het onder stromend water te... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/afspoelen