gorgelen werkw. Uitspraak: [ 'xɔrxələ(n) ] Afbreekpatroon: gor·ge·len Vervoegingen: gorgelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gegorgeld (volt.deelw.) vloeistof in je keel laten borrelen Voorbeeld: 'gorgelen met zout water tegen de keelpijn' Synoniemen: afspoelen spoelen 3 definities...
1) Afspoelen 2) De keel klokkend spoelen 3) De keel spoelen 4) Een vloeistof in de keel bewegen 5) Rollend kwelen 6) Spoelen 7) Vogelgeluid 8) Zingen van een leeuwerik 1) Afspoelen 2) Gargarisatie 3) Spoelen 
de keel spoelen (toon de herkomst via de etymologiebank)
een vloeistof achterin je keel laten borrelen vb: hij spoelt zijn keel door te gorgelen
de keel spoelen
de keel spoelen