aftaaien werkw. Afbreekpatroon: af·taai·en Verbuigingen: taaide af Vervoegingen: afgetaaid (volt.deelw.) 1) weggaan bij een werkzaamheid, dienst e.d. Voorbeeld: 'Nee, die zijn eergisteren al afgetaaid.' 2) dienst of werkzaamheid opgeven Voorbeeld: 'Er werd door velen afgetaaid.' . 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/aftaaien
min of meer plotseling ophouden met een activiteit en weggaan; (plotseling) stoppen met iets; (plotseling) vertrekken; afnokken Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/aftaaien