afweken werkw. Uitspraak: [ 'ɑfwekə(n) ] Afbreekpatroon: af·we·ken Vervoegingen: weekte af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgeweekt (volt.deelw.) (vastgeplakte dingen) door weken losmaken Voorbeeld: 'etiketten op flessen afweken' Synoniem: losweken Synoniemen: afstomen losweken 2 definities...
1) Afstomen 2) Doen loslaten 3) Losweken 1) Afstomen 2) Losweken 
1) door ze week en vochtig te maken voorzichtig losmaken; door bevochtiging doen loslaten; met een vloeistof doen loslaten 2) door de inwerking van vocht of een vloeistof langzaam loslaten; week worden en vervolgens loslaten