
afweek zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: af·week Verbuigingen: afweken (meerv.) Verbuigingen: afweekje (verkleinwoord)
de week waarin iemand geen dienst heeft. Voorbeeld: 'In de afweek presenteerde haar collega het journaal.' . Deze woorden beginnen met afweek: • afweekt • afweekte • afweekten ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/afweek
Geen exacte overeenkomst gevonden.