de amandel zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ aˈmɑndəl ] Afbreekpatroon: aman·del Verbuigingen: amandelen, amandels (meerv.) 1) eetbare pit van een amandelvrucht Voorbeeld: 'Bij de borrel was een schaaltje met walnoten, hazelnoten en amandelen.' 2) amandelvormige klier in je keel Voorbeeld: 'Je hebt twee amandel... Gevonden op https://woorden.org/woord/amandel
eetbare, platte en ovale pit van de steenvrucht van de amandelboom; amandelnoot Wordt in het algemeen taalgebruik vaak gezien als een noot maar is botanisch gezien eigenlijk een pit of zaadje. Ook wel in toepassing op de hele steenvrucht van de amandelboom, maar meestal in toepassing op de pit van de steenvrucht. amandel als stof de hele steenvruch... Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/amandel
platte pit van amandelvrucht vb: in dit krentenbrood zit spijs van echte amandelen klier achterin je keel vb: toen Fabian klein was, werden zijn amandelen verwijderd Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/
Pit van de amandelboom, waarvan de speciale smaak terug te vinden is in orgeade en likeuren als de Italiaanse amaretto. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11455