I amuseren werkw. Uitspraak: [ amyˈzerə(n) ] Afbreekpatroon: amu·se·ren Vervoegingen: amuseerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geamuseerd (volt.deelw.) aangenaam bezighouden Voorbeeld: 'Het boek heeft me wel geamuseerd maar ik vond het niet geweldig.' Synoniem: vermaken II zich amuseren reflexief werkw. Uitspraak: [ amyˈzerə...
1) Opvrolijken 2) Aangenaam bezighouden 3) Bezighouden 4) Zich vermaken 5) Genieten 6) Vermaken 7) Verlustigen 
vermaken
aangenaam bezighouden (toon de herkomst via de etymologiebank)
aangenaam bezig houden vb: zijn boeiende verhaal heeft ons geamuseerd Synoniemen: onderhouden vermaken Tegenstelling: vervelen
• [ov] op aangename wijze een indruk op iemand maken, iemand doen (glim)lachen • [refl] "zich ~ met" genoegen scheppen in een activiteit
Amuseren is beschaafd plezier maken. [basiswoordenlijst groep 6]