de (m)/het animo zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈanimo ] Afbreekpatroon: á·ni·mo zin om iets te doen Voorbeeld: 'Er is weinig animo voor die opleiding.' Synoniemen: belangstelling fascinatie geboeidheid geestdrift interes zin Spreekwoorden en zegswijzen • ex animo (=van harte) Naar de spreekwoorden 4 definities...
1) Aandrift 2) Ambitie 3) Belangstelling 4) Bezieldheid 5) Bezielende kracht 6) Bezieling 7) Elan 8) Enthousiasme 9) Fascinatie 10) Fut 11) Geboeidheid 12) Geestdrift 13) Gemotiveerd 14) IJver 15) Interesse 16) Kooplust 17) Levendigheid 18) Lust 19) Lust om iets te doen 20) Lust om iets te ondernemen 1) Ambitie 2) Belangstelling 3) Bezieldheid 4) Bezieling 5) Elan 6) Enthousiasme 7) Fascinatie 8) Fut 9) Geboeidheid 10) Geest 11) Geestdrift 12) Interesse 13) Kooplust 14) Levendigheid 15) Liefhebberij 16) Lust 17) Moed 18) Opgewektheid 19) Puf 20) Trek 21) Vraag 22) Zin 23) IJver 
lust, zin; opgewektheid (toon de herkomst via de etymologiebank)
zin om iets te gaan doen vb: er was niet veel animo voor die voorstelling
levendigheid
opgewektheid
Nederlandsche handelswoorden uit het Italiaans (1914): kooplust, navraag.