de assuradeur zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: as·su·ra·deur Verbuigingen: assuradeuren<br>assuradeurs (meerv.) Verbuigingen: assuradeurtje (verkleinwoord) 1) een onderneming die verzekeringen afsluit, verzekeraar Voorbeeld: 'De assuradeur weigerde de verzekering af te sluiten.' 2) een tussenpersoon met de bev... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/assuradeur
Persoon of onderneming die voor eigen rekening en risico het verzekeringsbedrijf uitoefent. Het staat vaak bekend als een onderneming die verzekeringen afsluit. Gevonden op http://www.financielebegrippen.com/assuradeur
Een andere benaming voor verzekeringsmaatschappij (zie aldaar) of voor een gevolmachtigd agent (zie aldaar) hiervan. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10251
Oorspronkelijk was een assuradeur de persoon of firma die als gevolmachtigd agent van een of meer binnen- of buitenlandse verzekeringsmaatschappijen voor rekening en risico van deze maatschappij(en) ter beurze verzekeringen accepteerde, de polissen daarvoor tekende en eventuele schaden regelde en vergoedde. In navolging daarvan noemen provinciaal w... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10752
Oorspronkelijk was een assuradeur de persoon of firma die als gevolmachtigd agent van een of meer binnen- of buitenlandse verzekeringsmaatschappijen voor rekening en risico van deze maatschappij(en) ter beurze verzekeringen accepteerde, de polissen daarvoor tekende en eventuele schaden regelde en vergoedde. In navolging daarvan noemen provinciaal w... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11557