het baanvak zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'banvɑk ] Afbreekpatroon: baan·vak Verbuigingen: baanvakken (meerv.) gedeelte van een spoorweg tussen twee stations Voorbeeld: 'baanvak met aangepaste snelheid voor de treinen' Synoniemen: afstand baan etappe pad ronde route tournee tracé traject weg 3 definities...
1) Afstand 2) Deel van een autoweg 3) Deel van een spoorweg 4) Etappe 5) Pad 6) Rijstrook 7) Ronde 8) Route 9) Spoortraject 10) Spoorwegterm 11) Spoorwegtracé 12) Spoorwegtraject 13) Tournee 14) Tracé 15) Traject 16) Weg 1) Afstand 2) Etappe 3) Pad 4) Ronde 5) Route 6) Spoortraject 7) Tournee 8) Tracé 9) Traject 10) Weg 
1) strook op een weg die bestemd is voor het rijden in een bepaalde richting; rijstrook 2) traject over het spoor; deel van een spoorverbinding
Gedeelte van de baan tussen twee met name genoemde punten