de etappe zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ eˈtɑpə ] Afbreekpatroon: etap·pe Verbuigingen: etappes (meerv.) deel van een af te leggen traject Voorbeelden: 'een tocht in etappes' , 'de derde etappe in de Tour de France' Synoniemen: afstand baan baanvak pad parcoursetappe rit ronde route tournee traject weg 
1) Wielersportterm 2) Ingedeelde afstand 3) Term bij het wielrennen 4) Fietsroute 5) Wielerterm 6) Pad 7) Baanvak 8) Wielerrit 9) Ronde 10) Route 11) Baan 12) Term bij wielrennen 13) Term uit de autosport 14) Term uit het wielrennen 15) Motorsportterminologie 16) Deel van een wielerwedstrijd 17) Deel van een wielerronde 
afstand tussen twee rustpunten
een deel van totale parcours, bijv. een etappe in de Toer de France
deel van een traject (toon de herkomst via de etymologiebank)
deel van een route tussen twee rustplaatsen vb: vandaag wordt de tweede etappe van de Tour de France gereden Synoniem: rit
Een 'etappe' is een deel van een meerdaagse wedstrijd. In het wegwielrennen vindt meestal voor de duur van een wedstrijd iedere dag een etappe plaats, maar soms zijn er twee korte etappes op één dag (een ochtend- en een middagetappe).
afstand tussen twee rustpunten