bascule zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: bas·cu·le Verbuigingen: bascules (meerv.) Verbuigingen: basculetje (verkleinwoord) 1) een weegschaal dat gebaseerd is op het principe van een hefboom Voorbeeld: 'De bascule toonde welke stapel munten het meeste woog.' 2) een onderdeel van een hagelgeweer . Synoniemen: bala...
1) Balans 2) Brugbalans 3) Deel van een waterput 4) Gereedschap 5) Instrument om het gewicht te bepalen 6) Meetgereedschap 7) Plaats in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 8) Schommelstoel 9) Toestel om te wegen 10) Waag 11) Wapper 12) Weegapparaat 13) Weegbrug 14) Weeginstrument 15) Weegschaal 16) Weegtoestel 1) Balans 2) Brugbalans 3) Unster 4) Waag 5) Weegschaal 6) Weegtoestel 7) Wip 8) Wapper 
weegschaal (toon de herkomst via de etymologiebank)
weegwerktuig
Weegschaal voor zware lastenWeegschaal voor zware lasten
Weegschalen waarbij de balansschaal voor de ladingen een platform is dat bovenop de balansarm of op een reeks hefbomen is bevestigd; hij wordt meestal gebruikt voor zware goederen, vaak onverpakt