
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] god der vlieg, II Kon. I:2; oorspronkelijk de naam van een Philistijnse godheid, eigenlijk bestemd, bescherming tegen giftige vliegen te verleenen. Later werd die naam overgebracht op den Satan, den oppersten duivel, den geest van het onreine, en - als woordspeling daarbij - Zeboeb
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0006.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.