bedanken werkw. Uitspraak: [ bəˈdɑɲkə(n) ] Afbreekpatroon: be·dan·ken Vervoegingen: bedankte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bedankt (volt.deelw.) 1) zeggen dat je iets niet wilt Synoniem: afslaan bedanken voor het aanbod (zeggen dat je niet van het aanbod gebruik zal maken) bedanken voor het lidmaatschap (het lidmaat...
1) Abstineren 2) Afslaan 3) Aftreden 4) Afwijzen 5) Afwimpelen 6) Afzeggen 7) Beleefd weigeren 8) Beleefde weigering 9) Dankbetuigen 10) Dankzeggen 11) Erkentelijkheid betuigen 12) Lidmaatschap opzeggen 13) Onthouden 14) Ontslaan 15) Opzeggen 16) Uittreden 17) Weigeren 18) Zijn dank betuigen 19) Zijn lidmaatschap opzeggen 1) Abstineren 2) Afslaan 3) Aftreden 4) Afwimpelen 5) Afwijzen 6) Afzeggen 7) Danken 8) Dankzeggen 9) Onthouden 10) Ontslaan 11) Opzeggen 12) Uittreden 13) Weigeren 
zeggen dat je er blij mee bent vb: ik bedankte hem voor het cadeau
Bedanken betekent ‘dank je wel’ zeggen.
• [ov] erkentelijkheid tot uitdrukking brengen. • [inerg] weigeren aan te nemen. • [inerg] "~ voor": een lidmaatschap of abonnement opzeggen.
ontslaan