
beenbekleding, beenkap, beenstuk; broek - Voorbeeld: ‘
De kalfsvellen hozen en beenklederen, de sloodsen met vergulde vlechtveters en de zilveren spoor als een angel op de hiel, stonden hun goed’ - Voorbeeld: ‘
Odo kwam beneden in zijn rijbroek, gespte de sporen vast en de zeemvellen beenkleren’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.