beffen werkw. Uitspraak: [ 'bɛfə(n) ] Afbreekpatroon: bef·fen Vervoegingen: befte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gebeft (volt.deelw.) de clitoris en vagina van een vrouw likken informeel Voorbeelden: 'zich laten beffen' , 'Er bestaat een Latijnse term voor het beffen: cunnilingus.' Synoniemen: kakken 4 definities...
1) Oraal bevredigen 
met de mond het vrouwelijk geslachtsdeel stimuleren (toon de herkomst via de etymologiebank)
een vrouw seksueel bevredigen door met mond en tong de vrouwelijke geslachtsdelen te stimuleren
cunnilingus bedrijven
Het likken van de vagina wordt beffen genoemd. Het zuigen aan de penis heet pijpen. Het is orale seks.
Halsbedekking bestaand uit één of twee slippen, die met een strook om de hals worden bevestigd. Ambtskleding, onder andere voor rechters, advocaten en hoogleraren. Ook modieus dameskledingaccessoire in de jaren 1920 en 1930
[Straattaal] het bevredigen van een vrouw met de mond, het likken van het vrouwelijk geslachtsdeel