begeren werkw. Uitspraak: [ bəˈgerə(n) ] Afbreekpatroon: be·ge·ren Vervoegingen: begeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft begeerd (volt.deelw.) heftig verlangen naar Voorbeeld: 'alles hebben wat je hartje begeert' Synoniemen: lust smachten verkiezen verlangen wensen willen zorgen zucht Intensiveringen Hoe kun je begeren kra...
1) Aanlokken 2) Begunstigen 3) Belust zijn 4) Dorsten 5) Geren 6) Graag bezitten 7) Graag willen 8) Haken 9) Heftig verlangen 10) Hevig verlangen 11) Hongeren 12) Hunkeren 13) Lust 14) Lusten 15) Malen 16) Najagen 17) Popelen 18) Reikhalzen 19) Smachten 20) Smoren 21) Snakken 22) Sterk verlangen 23) Sterk verlangen naar 1) Azen 2) Dorsten 3) Enveniëren 4) Haken 5) Hongeren 6) Hunkeren 7) Lust 8) Lusten 9) Nastreven 10) Popelen 11) Reikhalzen 12) Smachten 13) Smoren 14) Snakken 15) Souhaiteren 16) Talen 17) Verkiezen 18) Verlangen 19) Verwachten 20) Vlammen 21) Wens 22) Wensen 23) Wil 24) Willen 25) Zorgen 26) Zucht 
verlangen (toon de herkomst via de etymologiebank)
• [ov] sterk verlangen om iets te bezitten
verlangen
verlangen