begoochelen werkw. Afbreekpatroon: be·goo·che·len Verbuigingen: begoochelde Vervoegingen: begoocheld (volt.deelw.) iemand in een waan brengen Voorbeeld: 'Hij liet zich niet begoochelen door alle schone praat en stelde een paar harde vragen.' . Synoniemen: bedriegen 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/begoochelen