begroeten werkw. Uitspraak: [ bə'xrutə(n) ] Afbreekpatroon: be·groe·ten Vervoegingen: begroette (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft begroet (volt.deelw.) (iemand) bij een ontmoeting groeten Voorbeelden: 'bezoek bij aankomst begroeten' , 'iemand met een kus begroeten' , 'het publiek begroeten' een nieuw idee begroeten (blij zijn met ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/begroeten