behagen werkw. Uitspraak: [ bə'haxə(n) ] Afbreekpatroon: be·ha·gen Vervoegingen: behaagde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft behaagd (volt.deelw.) prettig, aangenaam vinden Voorbeelden: 'Al die aandacht kon hem wel behagen.' , 'Ze probeert iedereen te behagen.' Synoniemen: : bevallen (2), plezieren Zoals het u behaagt. (<dit zeg... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/behagen
in de smaak vallen, gewaardeerd worden vb: zij probeert alle jongens te behagen het behaagt mij [ik vind het prettig] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=behagen