behangen werkw. Uitspraak: [ bəˈhɑŋə(n) ] Afbreekpatroon: be·han·gen Vervoegingen: behing (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft behangen (volt.deelw.) (de muren van kamers) met banen papier of stof beplakken Voorbeeld: 'de kamer behangen' behangen zijn met juwelen (erg veel juwelen dragen) Synoniemen: afkondigen bedekken beschikken... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/behangen