bekeren werkw. Uitspraak: [ bəˈkerə(n) ] Afbreekpatroon: be·ke·ren Vervoegingen: bekeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bekeerd (volt.deelw.) zorgen dat iemand een andere godsdienst of mening gaat aanhangen Voorbeelden: 'iemand bekeren tot het christendom' , 'zich bekeren tot de islam' , 'Hij was een verstokte roker maar heef...
1) Converteren 2) Dopen 3) Kerstenen 4) Ompraten 5) Omturnen 6) Overhalen 7) Overtuigen 1) Cupmatchen spelen 2) Cupvoetbal spelen 3) Dopen 4) Iemand sterk aantrekken 5) Kerstenen 6) Ompraten 7) Omturnen 8) Overhalen 9) Overtuigen 10) Tot ander inzicht brengen 11) Tot andere inzichten brengen 12) Tot inkeer brengen 13) Van godsdienst laten veranderen 14) Van mening doen veranderen 15) Verzoeken 
tot inkeer brengen (toon de herkomst via de etymologiebank)
tot inkeer brengen; tot geloof brengen
tot inkeer brengen
tot inkeer brengen; iemand bewegen tot een (andere) godsdienst over te gaan
iemand overhalen om in een godsdienst te gaan geloven,bonifatius probeerde de friezen te bekeren tot christendom