bekogelen werkw. Uitspraak: [ bə'koxələ(n) ] Afbreekpatroon: be·ko·ge·len Vervoegingen: bekogelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bekogeld (volt.deelw.) met voorwerpen naar iets of iemand gooien Voorbeelden: 'iemand met eieren bekogelen' , 'De oproerpolitie werd bekogeld met stenen.' 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bekogelen