Zie ook:
bekogel

bekogelen werkw. Uitspraak: [ bə'koxələ(n) ] Afbreekpatroon: be·ko·ge·len Vervoegingen: bekogelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bekogeld (volt.deelw.)
met voorwerpen naar iets of iemand gooien Voorbeelden: 'iemand met eieren bekogelen' , 'De oproerpolitie werd bekogeld met stenen.' ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/bekogelen

1) Bombarderen 2) Naar iemand gooien 3) Naar iets gooien 4) Gooien (criminaliteit) 5) Onder vuur nemen 6) Belagen 7) Bedreigend gooien 8) Onder vuur liggen 9) Bestoken
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Bekogelen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.