belasten werkw. Uitspraak: [ bəˈlɑstə(n) ] Afbreekpatroon: be·las·ten Vervoegingen: belastte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft belast (volt.deelw.) 1) iets dat vervoerd moet worden leggen (in of op iets) Voorbeeld: 'de auto te zwaar belasten' belast en beladen zijn (veel zorgen en problemen hebben) 2) iemand ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/belasten
iemand iets opdragen vb: zij is belast met de zorg voor de kinderen belasting laten betalen vb: benzine is belast met 30% accijns zwaarder maken vb: deze lift wordt te zwaar belast Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=belasten