beluisteren werkw. Uitspraak: [ bəˈlœystərə(n) ] Afbreekpatroon: be·luis·te·ren Vervoegingen: beluisterde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft beluisterd (volt.deelw.) met je oren waarnemen Voorbeeld: 'Het hele optreden kunt u op de radio beluisteren.' Synoniemen: : luisteren naar, horen iets beluisteren in iemands woorden (dat z... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/beluisteren