bemannen werkw. Afbreekpatroon: be·man·nen Verbuigingen: bemande Vervoegingen: bemand (volt.deelw.) 1) enz. 2) tweede betekenisomschrijving Voorbeeld: 'Zin met het bemannen in de tweede betekenis erin.' 3) van het benodigde personeel voorzien Voorbeeld: 'Het was niet moeilijk het nieuwe schip te bem...
1) Bemensen 2) Equiperen 3) Manschappen aantrekken 4) Personeel toewijzen 5) Uitrusten 6) Van bemanning voorzien 7) Van mensen voorzien 8) Van personeel voorzien 1) Bemensen 2) Equiperen 3) Monsteren 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Bemannen``] Een vaartuig, een boot B. - Ze van bemanning voorzien
het aanwezig zijn van mensen vb: de raket was voor het eerst bemand
van manschap voorzien