over iets mijmeren, iets bepeinzen (WNT) - Voorbeeld: ‘De jaren vliegen, en we vliegen mee! bemijmerde Jantje’ - Voorbeeld: ‘Eens voldoende ingelicht, blijft Prutske de opgedane kennis bij zichzelf bemijmeren’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php