Zie ook:
benadeel
benadelen werkw. Uitspraak: [ bəˈnadelə(n) ] Afbreekpatroon: be·na·de·len Vervoegingen: benadeelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft benadeeld (volt.deelw.)
zorgen dat iemand schade lijdt Voorbeelden: 'Deze nieuwe wet benadeelt werkende vrouwen.' , 'zich benadeeld voelen' Synoniem: duperen Synoniemen: achterstellen afbreuk doen ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/benadelen
1) Aanranden 2) Achterstellen 3) Afvallen 4) Belemmeren 5) Beschadigen 6) Duperen 7) Dwarsbomen 8) Er in laten lopen 9) Frustreren 10) Handicappen 11) Hinderen 12) Krenken 13) Kwaad bejegenen 14) Laederen 15) Letten 16) Misleiden 17) Nadeel berokkenen 18) Ontgoochelen 19) Pakken 20) Schade berokkenen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Benadelen/1
1) Achterstellen 2) Afvallen 3) Bedriegen 4) Belemmeren 5) Beschadigen 6) Deren 7) Duperen 8) Frustreren 9) Handicappen 10) Hinderen 11) Krenken 12) Kwetsen 13) Laederen 14) Misleiden 15) Ontgoochelen 16) Peren 17) Prejudiciëren 18) Ravageren 19) Schaberokkenen 20) Schaden 21) Tegenvallen 22) Tekortdoen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Benadelen/1
nadeel bezorgen vb: hij voelde zich benadeeld toen hij niets van oma kreeg
Synoniem: naaien
Gevonden op
http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=benadelen
• [ov] minder geven.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/benadelen
Geen exacte overeenkomst gevonden.
