benen werkw. Uitspraak: [ 'benə(n) ] Afbreekpatroon: be·nen Vervoegingen: beende (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gebeend (volt.deelw.) met grote stappen lopen Voorbeeld: 'boos beende hij naar de deur' Synoniemen: baanders stappen tuinen Spreekwoorden en zegswijzen • zijn kop is zwaarder dan zijn benen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/benen
de benen van een paard worden door paardenliefhebbers (en vaak ook door anderen) gewoonlijk 'benen' genoemd, omdat ze vinden dat paarden 'edele dieren' zijn.
Gevonden op http://nl.wikipedia.org/wiki/Paardenjargon
De ‘benen van de wijn’ zijn de viskeuze druppels, ook wel tranen genoemd, die langs het glas naar beneden lopen wanneer de wijn is gezwenkt in het glas. Zie ook ’tranen’. Gevonden op https://wijnwetenschap.nl/wijnwoordenboek/benen/